Nissan GTR

Toen we bij de lancering van de GTR de wagen mochten testen op en rond het circuit van Folembray, stonden we danig perplex van de brute power van Nissan’s finest. Bovendien zorgde het prijskaartje, dat amper iets meer dan de helft bedroeg van zijn grootste rivalen, voor een onklopbaar pakket. Nu, drie jaar later, stelde de opportuniteit zich om met de allernieuwste evolutie van de GT-R te gaan toeren. Slaagden de duurdere concurrenten erin om weer een voorsprong te nemen of geeft de meest betaalbare supercar zijn tegenstanders meer dan ooit het nakijken?

Aangezien de concurrentie natuurlijk niet bij de pakken bleef zitten en Nissan onder geen beding wil onderdoen, sleutelden de ingenieurs de voorbije jaren aan het monster om er extra pk’s en Newtonmeters uit te sleuren. Dit resulteerde al in een update in 2011 met een versie van 530 pk, de nieuwste versie GT-R tikt af op 550 pk en een verbluffende 632 Nm aan koppel. Deze extra pk’s vond men voornamelijk door de intercooler, de kleppen, de inlaat en de katalysator onder handen te nemen. Meer dus dan alleen maar een softwarematige upgrade of een verhoging van de turbodruk. Wie denkt dat de 3.8 V6 daarmee op zijn limiet zit, dient zijn mening meteen te herzien. Volgens specialisten kan dit blok standaard immers makkelijk 600 pk aan, terwijl motortuningbedrijven er met diverse aftermarket onderdelen er al meer dan 800 pk uit kunnen puren. Net zoals destijds bij de Skyline R34, is ook dit blok dus oerdegelijk en gemaakt om verder te pushen dan ooit.

Power!

Met die extra power dienden natuurlijk de aandrijflijn en de gerobotiseerde zesbak verstevigd te worden. Ook de launch control, destijds een teer punt en de oorzaak van diverse problemen door een overbelasting van de aandrijving, werd gefinetuned en zorgt er nu voor dat de wagen in slechts 2,9 seconden van 0 naar 100 km/u spurt. U leest het goed, een spurt in minder dan 3 seconden! Dergelijke acceleraties vind je normaliter louter in hyperwagens waar je bijna bedragen met 7 cijfers moet voor neertellen, maar nu dus ook in deze GT-R. De acceleratie is dan ook letterlijk adembenemend en je wordt bij elke launch harder in je stoel gedrukt dan bij de wildste attracties in een pretpark. Mochten we niet beter weten, we zouden bijna gaan denken dat deze wagen niet vooruit gaat maar de aardbol gewoon achteruit trekt.

Wegligging

Niet enkel de power is beter dan ooit, ook de handling ging er drastisch op vooruit. Het ontwikkelingsteam paste de veren en de dempers aan en ging zelfs zo ver dat ze de geometrie van de achterste ophanging links anders instelden dan rechts om zo het gewicht van de bestuurder te compenseren. De instellingen van de versnellingsbak wijzigden ook om het ding nog sneller en vloeiender te laten werken en een nieuw type olie moet ook wat decibels van de werking wegschaven. Het resultaat is een bochtengedrag dat net niet even indrukwekkend is als de acceleratie: vrijwel eindeloze grip en tractie, torenhoge bochtensnelheden en een stuurinrichting die zo precies is als een geconcentreerde hersenchirurg. De schakelreacties van de bak verlopen zo synchroon met je eigen gevoel dat het lijkt alsof je eigen hersenen ingeplugd zijn in de boordcomputer van de wagen en de scherpte waarmee de wagen instuurt is ongezien voor een wagen van meer dan anderhalve ton. Wie beweert dat een GT-R geen puur rijplezier biedt en te gemaakt of elektronisch aanvoelt, is ofwel testpiloot bij één of ander Italiaans merk van superwagens of kletst uit zijn nek. Je moet het gewoon beleven om het te geloven. Pijnpunt blijven echter de remmen die bij intensief gebruik fading vertonen, iets wat we volgens diverse eigenaars niet mogen afschuiven op een veelvuldig gebruikte testwagen.

Uitrusting

Deze laatste versie van Godzilla neemt naast alle inwendige veranderingen ook de hertekende voorbumper met geïntegreerde leds over van de eerste evolutie. Graag hadden we ook het interieur verder opgefrist gezien, maar behalve wat mat carbon in de centrale console bleven we op onze honger zitten. De beide stoelen op de achterbank worden nog steeds omsingeld door bergen kunststof en het dashboard trakteerde ons de hele test op flink wat gepiep en gekraak, toch een smet op de bouwkwaliteit voor een wagen in deze prijsklasse. Gelukkig bleven de sublieme Recaro’s op post en de digifreaks kunnen nog steeds hun hart ophalen aan het centrale scherm dat net niet je eigen hartslag weergeeft. In dat scherm is een achteruitrijcamera voortaan standaard en naar verluidt zal Nissan binnenkort ook de mogelijkheid bieden om keramische remschijven te bestellen bij bepaalde edities van het model, iets wat ons geen overbodige luxe lijkt gezien onze opmerking in de vorige alinea. Voor wie een standaard GT-R nog te braafjes is, bestaat de optie om een Egoist Edition – niet echt de meest flatterende term naar de klant toe – te laten fabriceren geheel naar eigen wens of de die hard circuitrijder kan tegen een meerprijs van 11.100 EUR een zogenaamd Track Pack aanvinken bij bestelling, waarbij je de lichtgewicht velgen van de V Spec krijgt, een carbon splitter die betere koeling voor de remmen genereert, een nog stijvere ophanging en minder gewicht door een verwijderde achterbank. Voor ons is een ‘normale’ GT-R echter al meer dan waanzinnig genoeg.

Prijs

Nieuwe evoluties, een krachtiger geheel, allround een stevige verbetering dus ook een hogere prijs? Wel, dat valt eigenlijk bijzonder goed mee… De basisprijs van de GT-R steeg weliswaar naar 92.100 EUR voor de Premium Edition en 93.200 EUR voor de Black Edition die wij onder de kont hadden, maar dat is bij wijze van spreken nog altijd een peulschil in vergelijking met zijn concurrenten. Laat ons even de lijst overlopen en ik laat het aan u om de conclusie te trekken: een Porsche 997 Turbo S met 3.8 biturbo en 530 pk was destijds de uwe voor pakweg 177.000 EUR, een Jaguar XKR-S met 5-liter V8 en 550 pk staat momenteel geprijsd in de showrooms voor 132.900 EUR en een Audi R8 met 5.2 V10 en 525 pk licht je bankrekening met dik 150.000 waarbij je nog een optielijst krijgt van enkele bladzijden. Hoeven we nog verder te gaan? We kunnen dus met sprekend gemak besluiten dat de GT-R nog steeds by far de meest betaalbare superwagen blijft en dat je in autoland niet veel beters vindt op de markt met een aanschafprijs van 5 cijfers. Nissan zorgde er dankzij hun ontwikkelingsteam bovendien voor dat de wagen niet alleen perfect gelijke tred houdt met de duurdere concurrentie maar er in bepaalde gevallen zelfs los over gaat. Of u tienduizenden euro’s over heeft voor het betalen van een badge en design, laat ik u zelf beslissen. Wie dat niet wil of simpelweg geen bedrag met 6 cijfers kan ophoesten, raden we meteen een testrit met de GT-R aan. Een zinsverbijsterende ervaring!

Foto’s: Mike Crawat