Ter ere van grote autobeurzen geven constructeurs hun designers af en toe carte blanche om hun creatieve talenten de vrije loop te laten. De conceptcars die aan het brein van deze moderne beeldhouwers ontspruiten zijn dan ook vaak verbluffend mooi en futuristisch, maar helaas zien veel van die stijlstudies nooit de openbare weg. Op de beurs van Frankfurt in 2007 presenteerde Peugeot destijds ook zo’n conceptcar. Anno 2010 kon ondergetekende een bijna perfecte kopie van die wagen testrijden: de Peugeot RCZ.
Net die sprekende gelijkenis met de originele conceptcar bleek een gewaagde zet van het merk met de Leeuw. Een zet die overduidelijk rendeert, want de Peugeot RCZ doet hoofden keren, vingers wijzen en zelfs af en toe monden openvallen. De lijnen van de wagen zijn dan ook erg sportief te noemen; de brede neus, de lange achtersteven, het gewelfde dak met de dubbele boog en de bulkende wielkassen geven de wagen een présence mee van een rasechte sportwagen. Ook binnenin verraste de RCZ ons in de positieve zin. Het dashboard is volledig met leder bekleed en vooral de gebruikte stikking kon ons erg bekoren. Datzelfde leder en het stikpatroon loopt trouwens verder door op de bovenkant van de deurpanelen en keert terug in de lederen zetels, wat voor de nodige uniformiteit zorgt zonder te gaan vervelen. De pianozwarte lak die gebruikt werd voor de middenconsole en de enkele toetsen van geborsteld aluminium of chroom creëren een aangename afwisseling zonder te neigen naar een kakafonie van kleuren en stoffen. Aangezien de wagen op de markt is gezet als rechtstreekse concurrent van de Audi TT en we die wagen dus als referentiepunt nemen, kunnen we alvast stellen dat de RCZ de vergelijking op het gebied van afwerkingskwaliteit met glans doorstaat, wat vooral als compliment naar Peugeot toe geldt.
Motor
Peugeot België leende ons de versie met 1.6 turbo en 156 pk uit, die bovendien uitgerust was met een automaat. Die automatische versnellingsbak kon ons echter niet overtuigen. Ten eerste is zelfs in sportstand de snelheid van de gangwissel niet vlot genoeg in vergelijking tot bv. de DSG-bak van de VAG-groep. Vervolgens is er jammer genoeg ook niet de mogelijkheid om te schakelen aan het stuur, iets wat de sportwagenbeleving altijd exponentieel verhoogt. Er is weliswaar de mogelijkheid om manueel en sequentieel te schakelen met de pook, maar ook daar liet Peugeot een steek vallen. Om op te schakelen dient de pook naar voren geduwd te worden en omgekeerd, maar de logische manier lijkt ons net omgekeerd te zijn. De motorversie met 156 pk bekoorde ook niet 100% en is in het beste geval ‘vlot’ te noemen. Je mist koppel (die de dieselversie dan wel weer heeft) en het klimmen naar de rode zone van de toerenteller duurt net iets te lang om als snel gedefinieerd te worden. Je voelt dat het de wagen aan kracht en souplesse ontbreekt. De versie met 200 pk en manuele bak lijkt ons – en daarbij ook de meest sportieve rijders – dus op het lijf geschreven.
Wegligging
Waar we wel erg over te spreken zijn, is de handling van de wagen. Voor de RCZ gebruikte Peugeot het platform van de 308 maar door het lagere zwaartepunt en het bredere spoor kleeft de wagen aan de weg als vliegen aan confituur. Daardoor kan de sportieve chauffeur het gebrek aan pure power compenseren met een hoge bochtensnelheid. De voortrein van de wagen reageert erg scherp op elke stuurbeweging, wat ons enigszins verbaasde door het joekel van een stuurwiel dat Peugeot monteerde. Het afgeplatte deel aan de onderkant ervan lijkt ons eerder noodzaak te zijn om de benen van de bestuurder vlot te kunnen laten passeren dan sportief design. Zonder twijfel mooi afgewerkt, maar absoluut niet functioneel. De remmen reageerden ook bijzonder goed op elke toets van het pedaal. Nog een opvallend detail is de stille motor die zijn aanwezigheid nauwelijks laat merken. De bestuurder die zijn RCZ de sporen geeft op circuit zal dit betreuren maar des te meer appreciëren bij woon-werkverkeer of lange afstanden op de autosnelweg. Ook de kofferruimte is naar sportwagennormen erg ruim te noemen, waardoor de RCZ qua dagelijkse bruikbaarheid hoog scoort.
Prijs
Qua looks en rijeigenschappen een uiterst geslaagd geheel dus, waarbij het gedurende onze test ook opviel dat mensen de wagen een pak duurder gaan overschatten. Want ja, ook zijn prijs heeft de RCZ mee. De basisversie met de 1.6 turbo van 156 pk is er reeds vanaf € 27.080, de 2.0 HDI van 163 pk kost € 2.100 meer en de topversie met 1.6 turbo van 200 pk staat in ruil voor 29.580 van je zuurverdiende eurootjes in je garage. In de wetenschap dat zijn grootste en eerder vernoemde concurrent met de vier ringen uit Ingolstadt pas met de lichtste motorisatie start vanaf 30.880 EUR, kun je er nu al donder op zeggen dat niet-merkgebonden klanten al serieus zullen gaan twijfelen. Om de TT echt 100% te gaan beconcurreren, moet Peugeot echter nog twee obstakels overbruggen. Allereerst is de RCZ niet in dakloze versie beschikbaar en ten tweede heeft de Franse constructeur geen motorversie beschikbaar voor de echte pk-freaks voor wie 200 pk nog niet voldoende is. Voor het eerste probleem zien we nu al licht aan het einde van de tunnel, want er zijn al concrete plannen om een RCZ Spider te lanceren in 2012. Die zou volgens insiders een stoffen dak krijgen en zou ook een rasechte tweezitter worden, doordat de achterbank zou worden opgeofferd om het dakmechanisme te huisvesten. Voor het tweede probleem zien we geen oplossing op korte noch op lange termijn. Daar mag u de huidige Euronormen als schuldige voor aanzien, want in tijden van downsizen laten de constructeurs de zware motorversies eerder vallen dan dat ze nieuwe ontwikkelen. Desalniettemin verraste de RCZ ons op een positieve manier en kon ons alvast overtuigen van zijn potentieel. Wat de wagen ontbreekt aan power wordt ruimschoots gecompenseerd door zijn verbluffende looks, allround handling en zijn schitterend prijskaartje.